Eén politiekorps met tien 'robuuste werkeenheden'
Auteur: Klaas Salverda - 06/01/2011
Als het parlement akkoord gaat, verdwijnen de huidige 26 politiekorpsen en komt er één landelijk korps voor terug. Het landelijke korps zal bestaan uit tien regionale eenheden en één of meer landelijke eenheden, zoals nu bijvoorbeeld de Nationale Recherche. De tien regioburgemeesters krijgen een bijzondere rol.
Het gezag over de politie wijzigt niet. De burgemeester blijft net als nu de politie aansturen bij het handhaven van de openbare orde en hulpverlening in zijn gemeente. De officier van justitie stuurt de politie onverkort aan bij de opsporing. Maar het landelijke korps komt onder verantwoordelijkheid te staan van de minister van Veiligheid en Justitie.
De minister wordt ook de baas van de landelijke korpschef, het boegbeeld van de nationale politie, die op zijn beurt de baas wordt van de regionale en landelijke eenheden van het korps.
De landelijke organisatie van de politie moet volgens de kabinetsvoorstellen leiden tot ‘minder bureaucratie, grotere eenheid, meer professionaliteit, betere en snellere samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de politie en meer politiemensen die bezig zijn met het uitvoerende politiewerk’.
Weerstand
Tot voor kort riep elke tendens tot centralisatie bij de politie felle reacties op. Zo was alleen al het voornemen dat de regionale korpsbeheerder verantwoording zou moeten afleggen aan de minister voor de verzamelde burgemeesters een reden om ernstig te waarschuwen voor aantasting van de veiligheidsketen.
Uit onderzoek van Politie en Wetenschap uit 2004 bleek dat maar 24 procent van de politiechefs, 4,5 procent van de burgemeesters en 25,9 procent van de officieren van justitie het concept ‘landelijke politie’ een goed idee vond. Zij verwachtten toen niet dat er veel meer ‘Haagse sturing’ zou komen.
Twee jaar geleden zei PvdA-minister Guusje ter Horst (BZK) nog dat er geen nationale politie komt. Het gezag over de politie zou dus onverkort bij de burgemeester blijven en het beheer op regionaal niveau. De twee politieministers Ter Horst en haar CDA-collega Ernst Hirsch Ballin (Justitie) wilden wel de bedrijfsvoering bij de politie efficiënter inrichten door het oprichten van shared services.
Met het jongste regeerakkoord is de voorgenomen komst van de nationale politie met daarbij tien politieregio’s, intussen omgedoopt tot ‘eenheden’, een breed gedeelde politieke wens.
De tien regionale eenheden die over de uitvoerende politietaken gaan, doen dat straks als onderdeel van het landelijk korps. De grenzen van de regionale eenheden komen overeen met de grenzen van de gerechtelijke kaart, die op dit moment grondig wordt herzien. Verder zullen straks ook de buitengrenzen van de vijfentwintig veiligheidsregio’s en de tien regionale politie-eenheden congruent zijn.
De schaal van de indeling in tien regionale eenheden leidt, aldus minister Ivo Opstelten, tot het ontstaan van ‘robuuste werkeenheden’ en daarmee tot een steviger basis voor de organisatie van de uitvoerende politiediensten in Nederland.
De nationale politie kent straks niet langer zelfstandige onderdelen met eigen bevoegd-heden op het terrein van beheer. Daarmee worden de regionale korpsbeheerders en de regionale (beheer)colleges overbodig. Wel komt er een regionaal overleg tussen de lokale gezagsdragers over de politie.
Een nieuwe functionaris in het politiebestel is de regioburgemeester. Dat is de burgemeester van de gemeente met het hoogste aantal inwoners in een van de tien regionale eenheden. Hij of zij heeft een bijzondere rol bij het vaststellen van het regionale beleidsplan. Als het de burgemeesters en de hoofdofficier van justitie niet lukt hierover overeenstemming te bereiken, stelt de regioburgemeester het beleidsplan vast.
Hij brengt, nadat hij zijn collega-burgemeesters gehoord heeft, ook advies uit over de benoeming van een nieuwe politiechef. En hij zit samen met de korpschef bij het periodiek overleg met de minister over de taakuitvoering en het beheer van de politie. Dit overleg wordt ook gebruikt om de regioburgemeesters te horen over landelijke beleidsdoelstellingen. Die laatste zullen volgens de minister overigens voldoende ruimte laten voor lokaal politiebeleid.
Gemeenteraad
Het wetsvoorstel beoogt intussen ook de positie van de gemeenteraad te versterken. In de wet wordt expliciet vastgelegd dat de burgemeester verantwoording aflegt aan de raad over de uitoefening van zijn gezag over de politie. Ook zal de raad worden gehoord over het ontwerp-beleidsplan op regionaal niveau. Minister Ivo Opstelten hoopt en streeft ernaar dat het wetsvoorstel voor 1 januari 2012 in werking kan treden.
TWEEDE ARTIKEL
Regioburgemeesters: vooral PvdA-mannen
Als het wetsvoorstel voor de nationale politie op korte termijn van kracht wordt, komen er tien regioburgemeesters. Bij de huidige samenstelling van het team zijn dat uitsluitend mannen, van wie zeven PvdA, twee VVD en één D66.
Het is eenvoudig vast te stellen wie straks de titel ‘regioburgemeester’ mag voeren. Dat is de burgemeester van de grootste gemeente in elk van de tien regio’s. Dat blijken op dit moment allemaal mannen te zijn.
Minstens zo opvallend is de politieke kleur van de regiovoormannen. Liefst zeven van de tien zijn PvdA-burgemeester. Daarmee krijgt VVD-minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie met een absolute PvdA-dominantie te maken. Dat is niet onbelangrijk, want het Rijk wil juist van de regioburgemeesters horen wat zij op hun beurt van de landelijke beleidsdoelstellingen vinden en de PvdA is momenteel de grootste oppositiepartij in de Tweede Kamer. De regioburgemeesters hebben ook op andere terreinen beduidende invloed, om maar niet te spreken van doorzettingsmacht.
Opstelten zal in het periodiek overleg over de taakuitvoering en het beheer van de politie twee keer iemand van zijn eigen partij tegenkomen. De andere regeringspartij CDA is onder de regioburgemeesters helemaal niet vertegenwoordigd, evenmin als gedoogpartij PVV. Dat laatste is minder verrassend, want er is in ons land geen enkele PVV-burgemeester. Er is één regioburgemeester van D66: Thom de Graaf. Overigens niet de minste, want de Nijmeegse burgemeester is tevens de invloedrijke voorzitter van het landelijke Veiligheidsberaad. Dat fungeert als leidend bestuur in de ontwikkeling van de 25 veiligheidsregio’s en is ook het aanspreekpunt voor het Rijk om afspraken met het veld te maken op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Overbodig
Onder het nieuwe gesternte van de nationale politie worden de huidige regionale korpsbeheerders en de regionale (beheer)colleges overbodig. Kijkend naar de huidige korpsbeheerders annex politieregio’s heeft dat vooral gevolgen voor de taken van de burgemeesters van: Alkmaar, Almere, Apeldoorn, Arnhem, Assen, ’s-Hertogenbosch, Dordrecht, Enschede, Hilversum, Leeuwarden, Leiden, Middelburg, Venlo, Zaanstad en Zwolle.
Woensdag 12 januari overlegt de Tweede Kamer met minister Opstelten over de hoofdlijnen van de vorming van de nationale politie.
KADER 1
Meer regionale afstemming gevraagd
De politie kan alleen effectief optreden wanneer regionaal wordt afgestemd waar hoeveel mensen en middelen moeten worden ingezet. Een vraaggestuurde aanpak dus. Het wetsvoorstel gaat echter uit van een topdown-benadering, stellen de VNG, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) en het Veiligheidsberaad in hun eerste reactie op het wetsvoorstel nationale politie.
‘De minister bepaalt hoeveel politiecapaciteit elke regio krijgt om nationale prioriteiten uit te voeren. De burgemeester dreigt daardoor bij de inzet van politie geen rekening te kunnen houden met wat er in zijn gemeente aan de hand is’, aldus de gezamenlijke reactie uit de kring van gemeenten en het Veiligheidsberaad.
Zij hebben het kabinet concrete voorstellen gedaan die voorzien in versterking van de regionale afstemming zonder extra bureaucratie. De gemeenten verwachten dat het wetsvoorstel sterker wordt, als regering en parlement deze voorstellen overnemen.
KADER 2
De tien nieuwe regio’s
1. Noord-Nederland: Leeuwarden, Groningen, Assen
Grootste gemeente: Groningen
Regioburgemeester: Peter Rehwinkel (PvdA)
2. Oost-Nederland: Zwolle, Apeldoorn, Enschede, Arnhem, Nijmegen
Grootste gemeente: Nijmegen
Regioburgemeester: Thom de Graaf (D66)
3. Flevoland-Utrecht: Lelystad, Almere, Hilversum, Amersfoort, Utrecht
Grootste gemeente: Utrecht
Regioburgemeester: Aleid Wolfsen (PvdA)
4. Noord-West-Holland: Alkmaar, Zaanstad, Haarlem
Grootste gemeente: Haarlem
Regioburgemeester: Bernt Schneiders (PvdA)
5. Amsterdam: Amsterdam
Grootste gemeente: Amsterdam
Regioburgemeester: Eberhard van der Laan (PvdA)
6. Haaglanden: Leiden, Den Haag
Grootste gemeente: Den Haag
Regioburgemeester: Jozias van Aartsen (VVD)
7. Rotterdam-Rijnmond: Rotterdam, Dordrecht
Grootste gemeente: Rotterdam
Regioburgemeester: Ahmed Aboutaleb (PvdA)
8. Zeeland - West-Brabant: Middelburg, Breda, Tilburg
Grootste gemeente: Tilburg
Regioburgemeester: Peter Noordanus (PvdA)
9. Oost-Brabant: Den Bosch, Eindhoven
Grootste gemeente: Eindhoven
Regioburgemeester: Rob van Gijzel (PvdA)
10. Limburg: Venlo, Maastricht
Grootste gemeente: Maastricht
Regioburgemeester: Onno Hoes (VVD)
Vindplaats: VNG Magazine nr. 1, 6 januari 2011, pagina 9 e.v.