Duidelijkheid omwonenden hoogspanningslijnen
24-04-2013 - Bestaande hoogspanningslijnen worden waar mogelijk onder de grond gebracht. Bewoners die direct onder hoogspanningslijnen wonen die niet onder de grond worden gebracht, kunnen een aanbod tot uitkoop van hun woning krijgen.
Deze maatregelen worden vanaf 2017 uitgevoerd, er is geen ruimte op de begroting ze direct door te voeren. Dat heeft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) aan de Tweede Kamer geschreven.
Duidelijkheid voor bewoners
'Bewoners die onder hoogspanningslijnen wonen krijgen nu duidelijkheid,' aldus minister Kamp. 'Gezien de huidige economische situatie kunnen we de maatregelen echter pas in 2017 uitvoeren.' Nieuwe hoogspanningslijnen worden al zo veel mogelijk aangelegd in gebieden zonder bebouwing. Met dit voorstel komt het kabinet vanaf 2017 tegemoet aan de maatschappelijke wens om ook in bestaande gevallen mensen die direct onder hoogspanningslijnen wonen te ontzien. De periode tot 2017 wordt gebruikt om de uitvoering van de maatregelen grondig voor te bereiden.
135 kilometer hoogspanningslijnen ondergronds
In dorpen of steden worden bestaande hoogspanningslijnen met een voltage van 110 en 150 kilovolt binnen vijftien jaar onder de grond gebracht. Dat geldt voor ongeveer 135 kilometer aan hoogspanningslijnen. De kosten bedragen 440 miljoen euro, betrokken gemeenten betalen een kwart hiervan. De resterende 330 miljoen worden vanaf 2017 door netbeheerder Tennet verrekend in de transporttarieven voor energie.
Aanbod voor uitkoop
Hoogspanningslijnen met een voltage 220 en 380 kilovolt kunnen niet onder de grond worden gebracht. Mensen die direct onder deze hoogspanningslijnen wonen kunnen een aanbod voor uitkoop krijgen van hun gemeente. Dit geldt ook voor bewoners onder hoogspanningslijnen met een voltage van 110 en 150 kilovolt die in het buitengebied wonen. Het gaat in totaal om circa 400 woningen. De kosten van de uitkoop van woningen bedragen naar verwachting 140 miljoen euro en worden betaald via de Rijksbegroting. De regeling heeft een looptijd van vijf jaar.
Bron: Rijksoverheid