CITES-dier in nood. Wat te doen?
Het komt regelmatig voor dat het CITES-bureau wordt gebeld of gemaild over een verweesd of hulpbehoevend dier dat bescherming geniet van CITES. In Nederland is er voor dit soort dieren een netwerk van opvangcentra.
De verantwoordelijkheid voor het dier is hier ook wettelijk vastgelegd. Voor dierenambulances gelden dezelfde regels als voor burgers. Omdat deze regelgeving complex is, behandelen we hier alleen de soorten die op CITES staan. Welke soorten dit zijn, leest u in de soortenlijst. Voor soorten die enkel als inheems of uitheems beschermde soort zijn aangewezen, kunt u contact opnemen met ons klantportaal.
In het Burgerlijk Wetboek (boek 5 BW, artikel 8.3) staat welke stappen u moet nemen als u een dier vindt met een vermoedelijke eigenaar. U meldt het dier bij de gemeente als gevonden dier aan. De verantwoordelijkheid voor de bewaring en verzorging van het dier ligt namelijk bij de gemeente waarin het dier is gevonden. Een eigenaar heeft vanaf dat moment, veertien dagen de tijd om zijn eigendom terug te krijgen. Daarna mag de burgemeester over het dier beslissen. De burgemeester mag zijn beslissingsbevoegdheid doormachtigen aan bijvoorbeeld een opvangcentrum. Wanneer de kosten onevenredig hoog zijn, of als een geneeskundige reden bestaat, dan mag de burgemeester anders beslissen.
Dieren genoemd in Bijlage A of B
Heeft de eigenaar zich niet (tijdig) gemeld? Dan kan het dier permanent geplaatst worden. U heeft onze toestemming nodig om deze gevonden dieren te mogen houden of over te dragen. Om deze gevonden dieren te mogen houden of over te dragen heeft u onze toestemming nodig. Voor soorten van Bijlage A of B is de burgemeester of de gemachtigde bevoegd om een EU-certificaat aan te vragen. Het is mogelijk dat de toekomstige houder ook nog een bezitsontheffing nodig heeft voor het onder zich houden van het dier. Het CITES-bureau zal de aanvrager hierop attent maken.
Dieren genoemd in Bijlage C of D
In uitzonderlijke gevallen wordt een gevonden diersoort van Bijlage C of D overgedragen. In dat geval moet de toekomstige houder van tevoren een ontheffing van artikel 13 van de Flora- en faunawet aanvragen. In deze gevallen kan de burgemeester volstaan met een overdrachtsverklaring die bij de aanvraag gevoegd wordt.
Uitzondering
Gevonden wilde inheemse soorten moeten binnen 12 uur naar een erkend opvangcentrum worden gebracht. Een erkend opvangcentrum heeft een ontheffing van de Flora- en faunawet. Een overzicht van erkende opvangcentra in Nederland vindt u op mijn.rvo.nl. Het opvangcentrum beoordeelt of het dier na herstel kan worden teruggeplaatst in het wild. Kan dit niet, dan wordt gekeken of het dier ergens permanent opgevangen kan worden.
Gaat het om een CITES-soort? Dan is afhankelijk van het beschermingsregime een EU-certificaat of een ontheffing van artikel 13 nodig, zoals hierboven uitgelegd.
Bron: CITES nieuwsbrief