Definitie mistnet volgens de Flora- en faunawet

Op grond van artikel 15 lid 1 Flora en faunawet is het verboden om een mistnet onder zich te hebben te verkopen etc. Artikel 11 lid 1 van het Besluit beheer en schadebestrijding heeft deze middelen namelijk aangewezen. Artikel 1 lid 1 onder B van het Besluit beheer en schadebestrijding geeft een omschrijving van een mistnet ingevolge de Flora- en faunawet. Als er een NFI onderzoek wordt uitgevoerd naar in beslag genomen mistnetten komt daar vrijwel nooit een mistnet uit wat voldoet aan de definitie van een mistnet volgens FFW wet. Deze wettelijke bepaling van een mistnet is zo strak omschreven dat een mistnet hieraan vrijwel nooit kan voldoen. Met name het aspect gewicht is daarbij het probleem. Hebben jullie als werkgroep regelgeving hierover meer informatie ?

Antwoord van de werkgroep regelgeving (in samenwerking met de Dienst Regelingen van het ministerie van LNV)

In onze beleving is er nauwelijks sprake van een vraagstelling, maar meer van een vaststelling.

De definitie van mistnetten is afkomstig uit de FFW, artikel 1. Besluit beheer en schadebestrijding dieren. In de toelichting op dat artikel staat dat het een definitie is welke afkomstig is uit de Tweede beschikking van het Comié van Ministers van de Benelux Economische Unie van 24 mei 1976, met betrekking tot de bescherming van de vogelstand.

Indien de aangetroffen netten niet voldoen aan deze omschrijving (namelijk dat ze zwaarder zijn dan het maximale gewicht per vierkante meter) dan is er dus geen sprake van een mistnet.

De verbodsbepaling waarin het gebruik van netten is verboden is artikel 11 van het Besluit beheer en schadebestrijding. In artikel 11 lid 1 staat het mistnet als verboden vangmiddel aangewezen. In artikel 11, lid 2 sub g staan als verboden vangmiddel aangewezen netten geschikt en bestemd om te worden gebruikt voor het vangen van vogels. Artikel 11, lid 1 verwijst door naar artikel 15, lid 2 van de FFW. In artikel 15, lid 2 staat dat het verboden is zich buiten gebouwen te bevinden met middelen die geschikt zijn voor het doden of vangen van dieren, of met materialen ter onmiddellijke vervaardiging van die middelen of van de krachtens artikel 15, lid 1 aangewezen middelen (waaronder dus ook de mistnetten), indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat die middelen of materialen voor het doden of vangen van dieren zullen worden gebruikt.

Van belang is vast te stellen of de aangetroffen netten, niet zijnde mistnetten, buiten gebouwen zijn aangetroffen en dat ze geschikt zijn of kunnen zijn voor het doden of vangen van dieren. Dat onderscheidt is noodzakelijk om netten die niet voor het doden of vangen van dieren zijn bestemd toch in huis te kunnen hebben. Dat kunnen netten zijn voor bijvoorbeeld het afweren van dieren of het legaal vangen van bepaalde dieren. Bij mistnetten gaat de wetgever uit van het feit dat dergelijke netten altijd een risico vormen en derhalve altijd verboden zijn. Dat is erg rigoureus en vergt een duidelijke definitie die recht doet aan de verdenking dat het bezit van mistnetten op zichzelf al strafbaar is. Bewijstechnisch is het dus lastiger om het bezit van netten, niet zijnde mistnetten, bedoeld en of geschikt voor het vangen van dieren als verdenking hard te maken.

Achtergrondinfo:

Het mistnet is in ons land het enige vangmiddel waarvan het totale bezit verboden is.

Dit was al zo op grond van art. 5 lid 1 van het Vogelbesluit 1994. Ook toen gaf de exacte aanduiding van een mistnet al problemen.

Bij het tot stand komen van de FFW was dus al bekend dat het exact vaststellen, of het nu wel of geen mistnet betrof, niet of nauwelijks te doen was. Dat was ook de reden dat, ruim voor het van kracht worden van de FFW, er een brief uitging van de PG’s waarin werd aangegeven niet tegen het bezit van mistnetten op te treden. Wel op het gebruik uiteraard.

Bij het tot stand komen van de AMvB’s van de FFW hebben wij als werkgroep dat probleem meerdere keren aangekaard. Een andere omschrijving van het mistnet mocht niet in verband met de reeds aangehaalde Benelux overeenkomst.

Dat is de reden dat we toen uit zijn gekomen op de omschrijving “netten geschikt en bestemd om te worden gebruikt voor het vangen van vogels”. In art 11, lid 2 sub g staan deze netten als verboden vangmiddel aangewezen waarmee men niet buiten gebouwen mag komen.

Daar deze netten ook voor andere doeleinden gebruikt zouden kunnen worden, was een verbod op het bezit daarvan niet mogelijk. Derhalve zijn ze naar 15 lid 2 FFW, ic. Art. 11 lid 2 van het Besluit gegaan.

Kortom denken wij als werkgroep weinig te kunnen betekenen om een duidelijker omschrijving van mistnetten te krijgen daar we tegen hetzelfde probleem aan zullen lopen als bij de totstandkoming van de AMvB’s destijds.

Artikel 15 Flora- en faunawet
1. Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt en bestemd zijn voor het doden of vangen van dieren, onder zich te hebben, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te koop te vragen, te kopen of te verwerven, ten verkoop voorradig of voorhanden te hebben, te verkopen of ten verkoop aan te bieden, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden of af te leveren, te gebruiken voor commercieel gewin, te huren of te verhuren, te ruilen of in ruil aan te bieden.

Artikel 11 Besluit beheer en schadebestrijding
1. Als middelen als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet, zijn mistnetten aangewezen.

Artikel 1 Besluit beheer en schadebestrijding
1. In dit besluit wordt verstaan onder:
a. wet: Flora- en faunawet;
b. mistnetten: netten, in banen, aan het stuk of in bepaalde vorm, vervaardigd van garens van synthetische of kunstmatige vezels met een totale massa van minder dan 150 deniers (16,2 milligram per meter) en waarvan de maaswijdte gemeten over het garen, van knoop tot knoop, kleiner is dan 35 millimeter;